
Badmintonconflict: het oordeel
In 2010 tekende de badmintonbond een langlopend contract met Yonex. Dit contract verplicht de spelers van de bond om op internationale toernooien met het materiaal van de sponsor te spelen. In reactie daarop hebben Dunlop Slazenger International en topspelers Dicky Palyama, Eric Pang, Judith Meulendijks, Yao Jie en nationaal junioren kampioene Kirsten van der Valk een procedure tegen de bond aangespannen.
Tijdens deze procedure hebben zij geen deel uitgemaakt van de nationale selectie. Veel jeugdspelers hebben zich echter als gevolg van het beleid van de bond genoodzaakt gezien om met hun eigen sponsor te breken. Allen op deze manier konden zij deel blijven uitmaken van de nationale selectie.
Geen gelijke rechten
Dicky Palyama, Eric Pang, Judith Meulendijks hebben nu te horen gekregen dat zij met hun eigen materiaal mogen spelen tijdens internationale (landen) toernooien. Voor de Nederlandse nationaal kampioene Yao Jie en huidig nationaal juniorenkampioene Kirsten van der Valk en vele jeugdspelers geldt dit echter niet. De bond blijft van de spelers verlangen dat zij gebruik maken van het materiaal van de sponsor van de bond.
Hoger beroep
Dunlop en de sporters menen dat aan alle betrokken spelers de vrijheid moet worden gegund om met materiaal van hun eigen sponsor aan internationale landentoernooien mee te doen. Bovendien blijven zij van oordeel dat door de exclusieve relatie tussen de bond en haar nieuwe sponsor de vrije mededinging wordt geschaad. Er zijn daarom voornemens om tegen het vonnis van de rechtbank Utrecht van woensdag jl. in hoger beroep te gaan.