“Ik studeerde vier jaar geleden af met een collectie van opgewaaide jurken en dat werd goed ontvangen”, vertelt David Laport aan Textilia. Na veel aandacht van de pers, sleepte de jonge designer veel freelance klussen binnen, maar er was altijd een verlangen om een opvolging te maken op zijn afstudeercollectie. “Daar was meer uit te halen.” Daarom showde hij begin 2013 zijn aller eerste eigen collectie op Amsterdam Fashion Week.

Hoe was het om die aller eerste collectie te maken?

“Heel spannend en stressvol want ik was net pas een jaar afgestudeerd dus ik wist nog niet helemaal hoe en wat. Het was ook nog eens voor Amsterdam Fashion Week en ik had best een goed tijdslot gekregen dus dat maakte me extra nerveus. Maar ik had het geluk dat ook deze collectie goed werd opgepakt door de pers en ik er veel opdrachten uit haalde. Dat gaf mij het vertrouwen om door te gaan.”

Hoe kan het dat al die bekende mensen jou ineens hebben ontdekt?

“Dat weet ik ook niet zo goed. Het Met Gala had dit jaar een thema dat ging over nieuwe technieken in de mode. In mijn opgewaaide jurken zit een aparte techniek en daarmee sta ik op veel websites. Waarschijnlijk is Solange – de zus van Beyoncé – mij tegengekomen en heeft mij hierna een mail gestuurd. Mijn reactie was heel kippig want ik had de link niet gelegd, maar uiteindelijk was ik enorm onder de indruk dat mijn jurk op het Met Gala verscheen.”

“De jurk die Solange droeg is best gek en ik kreeg er dan ook veel aandacht voor. Hij stond zowel op de ‘best dressed’ lijsten als op de ‘worst dressed’ lijsten. Daarna is het balletje gaan rollen. Ik ben benaderd door het team van zangeres Sia, ook Jessie J heeft contact met me opgenomen en voor Mika heb ik nu jurken ontworpen voor zijn show.”

Hoe is het om te lezen dat je op een ‘worst dressed’ lijst staat?

“Niet zo erg, ik weet hoe dat gaat. Ieder heeft een voorkeur en een mening. De New York Times had er geweldig goed over geschreven en daar hecht ik meer waarde aan.”

Wat voor technieken gebruik je in de jurken?

“Wat ik doe en probeer is om de materialen zelf te ontwikkelen. Voor de jurk van Sia heb ik bijvoorbeeld de haren zelf gemaakt. Daarnaast gebruik ik ook veel plissé. Hierin zit een bepaald spanningsveld: ze zijn smal aan de bovenkant en wijd aan de onderkant. Hierdoor waait de jurk uit zichzelf omhoog. Dit maakt dat het er heel licht uitziet – als een soort sculpturaal licht object. Ik werk hier nog steeds mee – het is mooi om die luchtigheid en beweging in kleding te houden.”

Is je stijl veranderd in de afgelopen jaren?

“Ik ben wel aan het zoeken. Het is goed om door te gaan. Plissé is een mooie techniek, maar wat is er nog meer te vinden. Je ziet ook wel in mijn werk dat ik de laatste tijd andere wegen op ga.”

Waar haal je je inspiratie vandaan?

“Ik ben er dit jaar pas achter gekomen dat dat de natuur is – op de een of andere manier. Als ik een bepaalde techniek in de natuur zie, wil ik dat vertalen naar een jurk.”

Je verkoopt nog niet aan retailers, is dat wel een plan om ooit te doen?

“Ik heb me de afgelopen paar jaren gefocust op freelance ontwerpen en daarnaast mijn eigen collecties maken. Ik wilde eerst erachter komen wie ik ben en waar ik sta. Als je net begint moet je dat goed onderzoeken. Ik wil uiteindelijk wel aan retailers gaan verkopen en daar zit ik ook bovenop. Aankomende maart ga ik in Parijs showen. Ik ga hiervoor meer winkelgerichte kleding maken – gelegenheidskleding. Ik ga dan ook samenwerken met een salesagent.”

Hoe zie je de toekomst van je merk voor je?

“Ik ben nu bezig om het merk groter te maken. Ik heb mijzelf de afgelopen drie jaar ontwikkeld en nu moet er groei komen. Mijn eigen kleding moet wel verkocht worden. Freelancen is heel leuk, maar je hebt wel twee banen in één en dat is pittig. Ik maak collecties voor andere merken en ondertussen moet ik ook nog een eigen collectie eruit fietsen. Het is druk en daarom ik zou het te gek vinden als ik mijn eigen kleding kan verkopen aan winkels. Dat is ook iets waar ik nu pas aan toe ben. Het belangrijk is dat je je creativiteit volledig de loop laat gaan en je je dan pas op winkels gaat richten. In het komende jaar moet de collectie ook voor consumenten te koop zijn.”