
Hoofdbedrijfschap Detailhandel actualiseert omzetcijfers
De sport- en kampeerzaken, ofwel winkels in (water)sportartikelen en winkels in kampeerartikelen, realiseerden in 2010 ongeveer 5 procent minder omzet dan in 2009. Helaas kan het HbD in dit cijfer geen onderscheid maken tussen winkels in (water)sportartikelen en winkels in kampeerartikelen. De meest recente cijfers van de omzet per winkel, per m² winkelvloeroppervlakte, per fulltime equivalent en per werkzame persoon zijn te vinden in de tabel hieronder.
Kengetallen omzet, 2009 en 2010 (exclusief btw)
Bron: voorlopige raming EIM o.b.v. CBS (sport/kampeerzaken) en HBD & CBW-MITEX (sportspeciaalzaken)
|
sport/kampeerzaken (2010) |
sportspeciaalzaken (2009) |
omzet per winkel |
€ 501.000 |
– |
omzet per m² wvo |
€ 1.400 |
€ 2.600 |
omzet per fte |
€ 223.000 |
€ 184.000 |
omzet per werkzame persoon |
€ 100.000 |
– |
omzetsnelheid |
– |
3,2 |
Cijfers kunnen bijgesteld worden op grond van de meest recente gegevens.
(Bijgewerkt 08 september 2011)
Kanttekening:
– De opgenomen omzetkengetallen zijn voor zowel sport- en kampeerzaken (gecombineerd) als de sportspeciaalzaken.
– De afkorting wvo staat voor winkelvloeroppervlakte (in aantal vierkante meters) en betekent de voor het publiek zichtbare en toegankelijke vloeroppervlakte in de winkel.
– De omzet per fte (fulltime equivalent) betreft de totale omzet per fte op de loonlijst. Niet inbegrepen zijn ondernemers en meewerkende gezinsleden indien zij niet op de loonlijst staan en bijvoorbeeld uitzendkrachten.
– De omzet per werkzame persoon is de totale omzet, afgezet tegen het totaal aantal werkzame personen (ongeacht of die fulltime of parttime werken). Wel inbegrepen zijn ondernemers, maar uitzendkrachten niet. Omdat veel werknemers parttime werken, verschilt dit cijfer met de omzet per fte.
Exploitatiebeeld
Het exploitatiebeeld van sport- en kampeerzaken geeft inzicht in onder meer gemiddelde personeelskosten en bruto winstmarges als percentage van de netto-omzet.
Exploitatiebeeld (in % van de netto-omzet, exclusief btw)
Bron: raming EIM, o.b.v. CBS (sport/kampeerzaken) en HBD & CBW-MITEX (sportspeciaalzaken)
|
sport/kampeerzaken (2010) |
sportspeciaalzaken (2009) |
netto-omzet |
100% |
100% |
inkoopwaarde |
62% |
59% |
brutowinst |
38% |
41% |
kosten: |
34% |
33% |
– personeelskosten |
14% |
14% |
– huisvestingskosten |
8% |
9% |
– verkoopkosten |
3% |
4% |
– overige kosten |
9% |
8% |
bedrijfsresultaat |
4% |
8% |
(Bijgewerkt 08 september 2011)
Kanttekening:
– De personeels- en huisvestingskosten verschillen sterk per bedrijf. De personeelskosten worden onder andere beïnvloed door de rechtsvorm: een BV of NV rekent het ondernemersloon tot de personeelskosten, terwijl bij een eenmanszaak het ondernemersloon onderdeel is van het bedrijfsresultaat. De huisvestingskosten zijn afhankelijk van de eigendomsverhouding: een eigen pand heeft veelal andere kosten dan een gehuurd pand.
Meer financiële kengetallen zijn te vinden in het HbD-rapport ‘Kengetallenonderzoek sport‘.