In april stortte Rana Plaza, een grote kledingfabriek nabij de Bengaalse hoofdstad Dhaka, in. Hierbij kwamen meer dan 1.100 mensen om het leven. De instorting wordt gezien als de grootste fabrieksramp met de meeste slachtoffers in de geschiedenis.

Akkoord verbeteren veiligheid

In de fabriek werd kleding gemaakt voor bedrijven als Mango, C&A, Walmart, Benetton en Primark. Na de ramp ondertekenden verschillende bedrijven het internationale ‘Accord on Fire and Building Safety’, waarmee ze zich verplichten financieel bij te dragen aan het verbeteren van de veiligheid in Bengaalse kledingfabrieken. Inmiddels hebben in totaal tachtig bedrijven het akkoord ondertekend.

Nederlandse bedrijven

NRC Handelsblad schrijft op basis van informatie van Modint dat slechts acht Nederlandse bedrijven het akkoord hebben ondertekend, terwijl er minstens honderd Nederlandse kledingbedrijven kleding laten produceren in Bangladesh. G-Star, V&D, C&A, WE, Hema, Zeeman, Bestseller en S. Oliver hebben het akkoord ondertekend. Minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking laat de krant via haar woordvoerder weten dat ze bedrijven zal blijven oproepen het akkoord te ondertekenen.

Compensatieregeling

De Clean Clothes Campaign roept bedrijven die produceerden in de ingestorte fabriek op om op 11 en 12 augustus naar de bijeenkomst in Dhaka te komen voor het tekenen van de compensatieregeling voor de nabestaanden van de slachtoffers. Dit geldt ook voor bedrijven die produceerden in de fabriek Tazreen Fashion, ook nabij Dhaka in Bangladesh, die eind vorig jaar verwoest werd door een zware brand en meer dan honderd mensen het leven kostte.

Weinig concrete stappen

Alleen Primark heeft volgens de organisatie bekend gemaakt een langdurige compensatieregeling voor de nabestaanden te treffen. Bij andere merken ontbreekt het nog aan concrete stappen. “Liefdadigheidsprojecten als opleidingen of psychologische hulp zijn absoluut onvoldoende. Deze gezinnen hebben een volledige en eerlijke financiële compensatie nodig, zodat zij hun leven kunnen opbouwen zoals zij dat zelf willen”, zegt Liz Parker van de Clean Clothes Campaign.