De Belgische modeketen ZEB was al voor Kerst begonnen met afprijzen, wat in strijd is met de Belgische uitverkoopwet. Hierin staat dat de uitverkoop pas op 3 januari mag beginnen. De Belgische ondernemersorganisaties Unizo en Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) hadden daarom een eenzijdig verzoekschrift ingediend tegen de kortingen die ZEB nu al aanbiedt, waarna de rechtbank de keten een dwangsom van 10.000 euro per overtreding oplegde. In het bezwaar van ZEB wordt dit eenzijdig verzoek door de rechtbank nu echter niet-ontvankelijk verklaard.

Uitverkoopwet 

In de Belgische uitverkoopwet is vastgelegd dat winkeliers slechts twee maanden per jaar (januari en juni) hun goederen voor uitverkoopprijzen mogen verkopen. In de drie weken ervoor mag er geen reclame worden gemaakt voor prijsverlaging (de zogenaamde sperperiode).

Europese wetgeving

ZEB vindt de soldenwet discriminerend en in strijd met de Europese wetgeving en heeft de regels dan ook al meerdere malen overtreden. Door de rechtbank in Brussel werd ZEB eerder al in het gelijk gesteld. Ook de Europese Commissie vindt dat de sperperiode in België in strijd is met de Europese regels. Vorig jaar schoof de rechtbank in Dendermonde de zaak door naar het Europees Hof van Justitie, dat nog steeds geen uitspraak heeft gedaan.